Veiligheidsdienst
Geschiedenis van onze Veiligheidsdienst
Van een speciale unit van de Politie tot een eigen civiele dienst
De ontwikkeling van de dienst, die zich richt op het bewaken van de nationale veiligheid van Aruba, is vanaf zijn ontstaan verbonden aan lokale, regionale en internationale ontwikkelingen. De geschiedenis loopt vanaf de oprichting van Speciale Diensten in de jaren 30, langs de oprichting van een veiligheidsdienst voor de Nederlandse Antillen in de jaren 60 en uiteindelijk tot de oprichting van een eigen veiligheidsdienst van Aruba na het ingaan van de Status Aparte. Deze dienst is uiteindelijk omgevormd tot de huidige Veiligheidsdienst Aruba (VDA) in 2003 bij het inwerking treden van de eigen wet.
De noodzaak voor een veiligheidsorganisatie voor de Antilliaanse eilanden is altijd verbonden geweest aan de ligging van deze eilanden en aan ontwikkelingen buiten hun territorium. In 1929 leidde de Venezolaanse rebellenleider Urbina een opstand tegen het regime van de dictator Juan Vicente Gomez in Venezuela. Toen aan het licht kwam dat Urbina op Curaçao deze acties had gepland, kwam de relatie tussen het Koninkrijk en Venezuela onder druk te staan. Als gevolg hiervan is een inlichtingendienst op Curaçao opgericht met als doel het voorkomen dat Nederlands overzees grondgebied misbruikt zou worden voor zulke doeleinden. Deze inlichtingendienst, die de naam Speciale Dienst kreeg begon als een onderdeel van de militaire autoriteiten en kwam later onder het Korps Politie Nederlandse Antillen te vallen. Ruim dertig jaar later, op 22 januari 1961, bevestigde een ander incident het nut van de Speciale Dienst. Het Portugese toeristenschip Santa Maria werd gekaapt door ene Calvao, die het regime van President Salazar in Portugal omver wilde werpen. Dit incident was de aanleiding voor het oprichten van een veiligheidsdienst op Curaçao, de Veiligheidsdienst Nederlandse Antillen (VNA) op 10 juni 1963, omdat het Antilliaanse grondgebied, net als in 1929, was gebruikt om subversieve acties voor te bereiden.
Men achtte het belangrijk om een bijkantoor van de VNA op het (toen eilandgebied) Aruba te hebben om ook vanuit dit bijkantoor de ontwikkelingen in omringende landen, zoals Venezuela, de Dominicaanse Republiek, Cuba en Haïti nauwgezet te volgen. Deze landen, met al of niet democratische regimes, konden grote invloed hebben op zowel de politieke als de sociale ontwikkeling van de Antilliaanse eilanden. In die tijd was men in het bijzonder op de hoede voor het communisme, dat niet via de conventionele weg aan de macht kwam, maar dit via spionage, infiltratie, sabotage, moord, bedrog, revolutie en burgeroorlog probeerde te bereiken. Hierdoor werd het communisme in die jaren als de grootste dreiging voor democratische landen gezien en werd het reizigersverkeer van en naar communistische landen goed in de gaten gehouden. In dit verband had de dienst de nodige aandacht voor politieke bewegingen en vakbonden in die jaren.
De overgang naar een eigen dienst
Met het ingaan van de Status Aparte in 1986 moest het bijkantoor VNA-Aruba opgeheven worden.
Voor de VNA betekende dit het wegvallen van een belangrijk filiaal. Maar in de aanloop naar
de Status Aparte had men geen voorzieningen getroffen voor een Arubaanse veiligheidsdienst.
De organisatie viel administratief onder het Korps Politie Aruba en had een klein kantoortje van ongeveer 4 x 4 meter in het toenmalige politiebureau in Oranjestad. Er werden enige activiteiten ontwikkeld en men rapporteerde aan de Minister van Justitie, maar de organisatie had geen diensthoofd en men was niet zeker wat er met deze organisatie gedaan moest worden.
Pas in 1987 werd een diensthoofd, Martin Ras, aangesteld en uiteindelijk kreeg de dienst vorm op 8 juni 1988, bij het in werking treden van het Landsbesluit Veiligheidsdienst. Met dit landbesluit zijn ook de drie belangrijke taken van de dienst gestructureerd, t.w. een inlichtingentaak, beveiligingstaak en het uitvoeren van antecedentenonderzoeken. Maar het was een zware opdracht om een dienst op te bouwen, die in feite uit 3 medewerkers, een diensthoofd en een zeer beperkt meubilair: 2 lessenaars, 1 kast, 1 tiktafel, 1 tikmachine, 1 telexmachine. Personeel en huisvesting stonden dan ook hoog op de prioriteitenlijst van de nieuwe, onbekende Directie Interne Veiligheid Aruba (DIVA). In samenwerking met zusterdiensten zijn cursussen en trainingen georganiseerd voor de medewerkers om hun prestaties te verbeteren met de bedoeling om de nieuwe dienst enige bekendheid en erkenning te geven.
De nieuwe dienst zette in het begin de aandacht voor het communisme en terrorisme voort, alsook voor de georganiseerde criminaliteit. In die jaren was de Verenigde Staten namelijk begonnen met de bekende actie “War on Drugs”. Zij waren van mening dat deze illegale handel en de daarmee gepaard gaande activiteiten een wezenlijk gevaar vormden voor elk land, waardoor ook de veiligheidsdiensten hier aandacht voor moesten hebben. Vermeldenswaardig uit deze periode is, dat de dienst een programma heeft ontwikkeld voor het opslaan en verwerken van zijn inlichtingen, dat later model stond voor andere veiligheidsdiensten in de regio.
In die tijd heeft de DIVA uitstekende werkrelaties opgebouwd metzowel de lokale opsporingsdiensten, zoals de KPA en de Douane, als met diverse regionale en internationale diensten van, onder andere, de Verenigde Staten, Canada, Engeland en Colombia. Ook met diverse Nederlandse diensten en korpsen werd goed samengewerkt. Jammer genoeg kunnen de toen geboekte successen, vanwege de aard van het werk van een veiligheidsdienst, niet publiekelijk bekend worden gemaakt. De dienst kwam helaas in 1994 in de problemen en uiteindelijk werd een Koninklijk Besluit uitgevaardigd. Er werd hierna een interim hoofd, Onno Koerten, benoemd. Naar aanleiding van twee rapporten in 1995 en 1996, werd besloten om de dienst te reorganiseren om, met name, te werken aan de noodzakelijke aanbevolen regelgeving.
Nadat de DIVA vanaf 1995 door een interim hoofd was geleid, werd in 1997 een nieuw hoofd,
Igidio (Ido) Yánez, benoemd. Er werd destijds besloten om de expertise van Ernst & Young in te roepen voor een goede invulling van de gemaakte afspraken ter verbetering van de dienst. Hun rapport “Tussen Geel, Groen en Oranje”, dat in 2000 werd afgerond, bevatte aanbevelingen om de dienst te herstructureren. Eén van hun belangrijkste aanbevelingen was om de dienst flexibeler en professioneler te maken, zodat die beter met de steeds veranderende en vaak niet te voorziene omstandigheden om zou kunnen gaan. De dienst diende over goed opgeleide medewerkers te beschikken, die in meerdere functies kunnen worden ingezet. Reden waarom werd aanbevolen om een systeem van functieroulatie in te voeren.
Van DIVA naar VDA
Eind jaren 90 en in de beginjaren van de nieuwe eeuw heeft de dienst niet stilgestaan. Op hetzelfde moment dat men hard werkte aan de verbetering van het functioneren van de DIVA, werd ook hard gewerkt aan een nieuwe structuur voor de veiligheidsorganisatie van Land Aruba.
Het uitgangspunt hierin was, dat de taken van deze organisatie per wet geregeld moesten worden, waardoor aan een Landverordening van een nieuwe organisatie is gewerkt. Zodoende werd de Veiligheidsdienst Aruba (VDA) opgericht, waarvoor de Landsverordening Veiligheidsdienst Aruba (AB 2002, 115) per 1 augustus 2003 in werking is getreden. Het functioneren van deze dienst wordt verder ondersteund door het Landsbesluit Aanwijzing Vertrouwensfuncties en Veiligheidsonderzoeken (AB 2006,14), dat op 19 mei 2006 in werking is getreden.
Vanaf zijn ontstaan heeft de nieuwe dienst, VDA, constant gewerkt aan verbetering van de dienst en aan de verdere professionalisering van zijn personeel. Onder leiding van diensthoofd Yánez, heeft de dienst hiervoor gebruik gemaakt van de kennis, expertise en opleidingsmogelijkheden van zowel de zusterdiensten binnen het Koninkrijk, zoals de Nederlandse Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AND) en de Militaire Inlichtingendienst (MIVD), als internationale collega-diensten, zoals de Amerikaanse Central Intelligence Agency (CIA) en Federal Bureau of Investigation (FBI) en de Canadian Security and Intelligence Service (CSIS). De dienst heeft zich hiernaast ook vanaf 2005 sterker geconcentreerd op een hechtere samenwerking met veiligheidsorganisaties in de regio, waarbij het hoofd van de VDA is erkend als een regionale leider, die goede samenwerking in woord en daad uitstraalde. Op Aruba zelf heeft hij zich onvermoeibaar ingezet voor de verbetering van de samenwerking van de VDA met andere diensten, meer bewustzijn voor nationale veiligheid en het opstellen van een integriteitsbeleid voor de Arubaanse overheid. Helaas heeft de dienst en het Land Aruba deze inspirerende en energieke leider verloren, toen de heer Yánez in augustus 2007 plotseling na een kort ziekbed kwam te overlijden. Hierna is de dienst voor ruim een jaar geleid door het Waarnemend Hoofd, Susan de Lange, waarna een nieuw diensthoofd, Juri Nicolaas, in augustus 2008 werd benoemd. Het nieuwe diensthoofd heeft het streven voortgezet om de dienst steeds verder te ontplooien en te verbeteren. In deze schuwt de dienst niet om kritisch het eigen functioneren te evalueren of door het Commissie van Toezicht te worden gecontroleerd, wanneer dat nodig is.
Van een dienst die in feite niet bestond bij het ingaan van de Status Aparte in 1986, is de Veiligheidsdienst Aruba nu uitgegroeid tot een stabiele, professionele en gerespecteerde partner binnen en buiten het Koninkrijk. Onder haar samenwerkingspartners telt de VDA organisaties van verschillende landen, waaronder Nederland, de Verenigde Staten, Canada en Colombia. De VDA is ook, als vertegenwoordiger van het Land Aruba, een actief lid van diverse regionale organisaties van veiligheids- en inlichtingen, zoals de “Comunidad LatinoAmericana y del Caribe de Inteligencia Policial”en de Heads of Special Branches, de organisatie van inlichtingendiensten van het Caribisch gebied. Bij de viering van 25 jaar Status Aparte kan van de Veiligheidsdienst Aruba zonder twijfel opgetekend worden, dat deze een volwassen en volwaardige organisatie is, die net als het Land Aruba vanaf 1986, hard heeft moeten vechten om zijn positie veilig te stellen en de belangen van het Land Aruba te verdedigen tegen exogene belangen. De vele mijlpalen en successen van de VDA zullen echter, zoals het elke goede veiligheidsdienst betaamt, nooit in de geschiedschrijving te vinden zijn, omdat deze ter bescherming van de burgers en bestuur van het Land Aruba niet bekend kunnen worden gemaakt.
Scroll To Top